Ontvoerd

20-08-2024

Het is een koude ochtend en ik lig rillend op een oude deken in mijn cel. Mijn celgenoten liggen dicht bij elkaar om warm te blijven, maar ik geef er de voorkeur aan om alleen te zijn. Langzaam wordt het lichter. Binnenkort zullen ze langskomen met ontbijt, als je dat zo kunt noemen, en mag ik daarna wat rondlopen. 

Plotseling hoor ik gerammel bij de hekken. Ik sta op en loop naar de tralies, probeer te kijken waar het geluid vandaan komt. Ik vraag me af waarom ze zo vroeg op deze koude ochtend arriveren. De hekken zwaaien open en een vrachtwagen rijdt het terrein op. Hij stopt bij de kliniek en de deuren gaan open. Onbekende mannen stappen uit en gaan naar binnen. Daarna wordt het weer stil. Mijn celgenoten zijn ook wakker maar blijven liggen, knus tegen elkaar. Ik ga weer liggen en val bijna in slaap, als de mannen en de arts naar buiten komen. Ze komen recht op mijn cel af... 

Wat staat er te gebeuren?! Het slot wordt opengemaakt en het hek gaat open. Ik probeer naar achteren te schuiven, maar ze grijpen me vast. Angstig verstijf ik. Ze tillen me op en brengen me naar de vrachtwagen. De deur gaat open en ik zie kooien tegen de wand gestapeld. Ze openen een deurtje van een van de kooien en duwen me erin. Er ligt een deken die vreemd ruikt en aanvoelt. Bevend ga ik in de hoek zitten.

Enkele anderen worden vanuit andere cellen in de kooien geduwd. Sommigen jammeren zachtjes. De angst is tastbaar. Plotseling begint de vrachtwagen te rijden. Ik probeer mijn evenwicht te bewaren, maar als de vrachtwagen een scherpe bocht maakt, val ik om. Ik blijf liggen, verkrampt en verward. Waar ga ik naartoe? Het lijkt eindeloos te duren. Het lawaai, de uitlaatgassen en de constante trillingen zijn overweldigend. Uitgeput dut ik af en toe weg. Af en toe dringt er frisse lucht door de ventilatiegaten. De geur is compleet anders dan ik gewend ben. De vrachtwagen stopt soms en de deuren gaan open. Het felle zonlicht doet pijn aan mijn ogen. Met moeite zie ik de twee mannen staan. Ze lopen langs de kooien en geven water als we willen. De deuren sluiten en we vervolgen onze reis... de bestemming is onbekend. 

Na wat aanvoelt als dagen, vertraagt de vrachtwagen en maakt verschillende bochten. Uiteindelijk stopt hij. Buiten hoor ik opgewonden stemmen van mensen. Ze klinken heel anders dan ik gewend ben. Na een halfuurtje gaan de deuren open. De mannen lopen langs de kooien met papieren in hun handen. Ze stoppen bij de kooi naast de mijne. Mijn buurvrouw verstopt zich in de hoek, maar de mannen openen de deur en halen haar tevoorschijn. Ze krijgt een ingewikkeld tuig om. Ze probeert wanhopig weg te komen, maar ze wordt eruit getild en meegenomen. Op dezelfde manier worden meer van mijn medegevangenen naar buiten gebracht. De mannen naderen nu mijn kooi. Gelaten laat ik alles over me heen komen. Verzetten heeft geen zin. Buiten de vrachtwagen word ik neergezet. Vreemde mensen komen op me af, praten tegen me en raken me aan. Ik kijk om me heen... alles is anders. De geuren, het licht, de grond... alles is anders. Een gevoel van paniek overvalt me.

Ik word naar een auto geleid, terwijl de mensen vriendelijk blijven praten. Ik voel me niet bedreigd, maar ik begrijp niet wat ze van me willen. Bij de auto aangekomen, zie ik opnieuw een kooi. Ze tillen me op en plaatsen me erin, waarna de deur dichtgaat. Zal deze nachtmerrie ooit eindigen? Na een tijdje rijden, stoppen we bij een gebouw. De mensen stappen enthousiast uit en halen me op. Ze tillen me uit de auto en nemen me mee naar binnen. Zodra de deur achter me sluit, verwijderen ze de lijn van het tuig. Overmand door angst sta ik verstijfd, verlies ik de controle over mijn blaas en plas ik. De mensen lijken zich er niet druk om te maken en een vrouw komt met een doek om de plas op te ruimen. De man leidt me naar een zacht kussen waar ik op ga liggen. Het is comfortabel en ik val uitgeput in slaap. Voor nu voelt dit als een veilige plek. Hoe mijn leven verder zal verlopen? Ik weet het niet... alles is anders! 


Dit verhaal, hoewel fictief, is bedoeld om een beeld te schetsen van wat een buitenlandse hond doormaakt wanneer hij geadopteerd wordt. Het is natuurlijk geweldig, maar de hond wordt uit zijn vertrouwde, zij het misschien miserabele omgeving gehaald en in een compleet onbekende omgeving geplaatst. 

Stel je voor dat je vanavond uit bed wordt gehaald en morgen wakker wordt in een grote stad in China. Je kent niemand, spreekt de taal niet, kent de gebruiken en gewoonten niet, en alles overweldigt je. En toch moet je je weg zien te vinden. De persoon die jou wil helpen, daar klamp je je aan vast; je steunpilaar. Iemand die je de taal leert, de gebruiken en de gewoonten. Iemand bij wie je fouten mag maken, van wie je de routines leert die de basis vormen voor je nieuwe leven. 

Dit vergt geen weken, geen maanden, maar jaren... stap voor stap.